3 Exsudatieve wonden
Weinig exsudaat:
Gebruik niet verklevende synthetische zalfgazen of verbanden op basis van rayonvezel of siliconen.
Veel exsudaat:
Bescherm de wondomgeving met een huidbeschermer. Voorkom lekken en gebruik zo nodig geurneutraliserende verbanden. Verbanden met een groot absorptievermogen zoals tampons, superabsorende- en schuimverbanden, stomaopvangzakjes met huidbeschermingsplaat en woundmanagers kunnen geschikt zijn bij overmatige vochtproductie.
Overleg eventueel met de radiotherapeut wat de mogelijkheden kunnen zijn voor een palliatieve radiotherapie. De mogelijkheden zullen per individuele situatie bekeken moeten worden.
4 Pijn
Pijn moet correct geëvalueerd worden en indien mogelijk oorzakelijk bestreden. Draineer de wonden. Dien indien nodig systemisch pijnstillende middelen toe net voor de wondzorg of continu. Het lokaal toevoegen van gel met toevoeging van lidocaïne, morfine of andere opiaten aan de basisverzorging van de wondzorg verschaft vaak verlichting gedurende meerdere uren. Test het product voorzichtig uit met betrekking tot de tolerantie. Evalueer de wond regelmatig. Bij aanhoudende pijn moet een specialist ingeschakeld worden. Gebruik niet-verklevende, niet traumatiserende verbanden die licht gefixeerd kunnen worden.
(Voor gedetailleerde uitwerking zie IKMN richtlijn pijn).
5 Bloedingen
Bloedingen ontstaan door ingroei van tumorweefsel in een bloedvat of door compressie en intrekken van de weefsels. Hemostatische verbandmaterialen kunnen toegepast worden. Het is altijd raadzaam om dit product standaard in huis te hebben, want een tumor heeft vaak een verhoogde bloedingneiging wat moeizaam te stelpen is. Bij grotere bloedingen zijn in xylometazoline (verkrijgbaar bij de drogist, otrivin) gedrenkte alginaten te gebruiken of kan er lokaal adrenaline 1:1000 toegepast worden. Indien een grote bloeding is te verwachten is het raadzaam om tijdig de adreanlineoplossing bij de apotheek te bestellen. De oplossing wordt verdund met NaCl 0.9% en wordt met behulp van een injectiespuit zonder naald op de plek van de bloeding gespoten. In de thuissituatie moet de mantelzorger hierover geïnstrueerd worden.
Indien de patiënt antistolling gebruikt, dient deze gestaakt te worden. In sommige gevallen kan behandeling met tranexeminezuur 3 dd 1000 mg per os of gazen gedrenkt in tranexaminezuuroplossing worden overwogen.
Overleg eventueel met de radiotherapeut wat de mogelijkheden kunnen zijn voor een palliatieve radiotherapie. De mogelijkheden zullen per individuele situatie bekeken moeten worden.
Het kan raadzaam zijn om een donkergekleurde handdoek ( dit verbloemd de rode kleur van het bloed, en kan hiermee minder traumatisch werken voor de naasten) binnen handbereik te houden als er een grote bloeding optreedt. Men kan dan deze handdoek op de plek van de bloeding leggen en een lichte druk hiermee geven.
6 Fistels
Het gebruik van stomazakjes is bij deze wondvorm een goede mogelijkheid.
Spoel en reinig de wond met NaCl 0,9% en/of douche de fistel uit. Een slecht ruikende fistel (zoals een rectovaginale fistel), kan tweemaal per dag gespoeld/uitgedouched worden (evt kan er gespoeld worden met een metrodinazoloplossing). Metrodinazol kan ook oraal, intraveneus of als crème toegediend worden. Alginaatstrengen zijn geschikt om de fistel op te vullen.
Maligne ulcera met enterocutane fistels scheiden fecaal verontreinigd exsudaat af. Medicatie (octreotide 3 dd 100-200 microgram subcutaan of 300-600 microgram/24 uur intraveneus), kan toegepast worden om de secretie van darmvocht te verminderen.
7 Stasis
Stasis is een stuwing van lichaamsvochten. Het wordt veroorzaakt door een (belemmering in de stofwisseling, een slechte bloeddoorstroming) onvoldoende drainage. Het veroorzaakt pijn, een gebrekkig functioneren, verminderde bewegingsvrijheid en krachtverlies.
Behandel de wond in functie van de oorzaak volgens de aanwijzingen van de behandelend arts. Het systemisch toedienen van antibiotica kan noodzakelijk zijn. Behandel oedeem en pijn. Denk aan preventie van trombose en sepsis. Vermijd rechtop staan indien stasis zich in de onderste ledematen voordoet. Rust is strikt noodzakelijk. Geef bij voorkeur nooit een injectie in een ledemaat dat oedemateus is of kan worden.